Als een ziekenhuis sluit

Medisch Contact
04/12/2018

Omdat in de zorg gewerkt wordt aan een hoger moreel doel is een ziekenhuis ook een ander gebouw dan een willekeurig bedrijfsgebouw. Het is een plek waar mensen geboren worden en doodgaan. Een plek waar mensen op hun kwetsbaarst zijn. Waar mensen naakt zijn in het bijzijn van vreemden. Waar de normale werkdag van de een de uitzonderlijke ervaring van de ander is. Waar coassistenten hun eerste onzekere stappen doen, hun zakken nog vol met dingen die ze later niet meer nodig blijken te hebben.

'Arts worden doe je niet alleen voor het geld’ vertel ik eerstejaars studenten bij het college beroepsethiek dat ze in één van hun eerste weken krijgen. De geneeskunde is namelijk een professie. En in een professie, zoals dat van arts, advocaat, verpleegkundige, rechter of notaris, wordt een bepaald ‘hoger’ moreel doel nagestreefd, zoals kwaliteit van zorg, weldoen, rechtvaardigheid of rechtszekerheid. Dit morele doel vertaalt zich in een eigen beroepsethiek: een set regels en normen die er voor zorgt dat de samenleving vertrouwen in de professie heeft en houdt.  Kenmerkend voor een professie is verder een grote mate van professionele autonomie: de ruimte om samen met de patiënt of cliënt te bepalen wat in een bepaalde situatie het beste is om te doen.

Dat  hogere doel van de zorg en de verantwoordelijkheid die met autonomie samengaat zijn vaak ook de reden waarom mensen in die sector willen werken. Als ik studenten bijvoorbeeld vraag waarom ze arts willen worden, noemen ze vaak termen als 'er toe doen', 'verantwoordelijkheid', 'het verschil maken', en 'mensen bijstaan op kwetsbare momenten'.  Die motivatie heeft wel grenzen: als zorgverleners door bijvoorbeeld bureaucratie of werkdruk te weinig ruimte krijgen om de morele waardes en idealen die hen drijven vorm te geven, dan verlaten ze de zorg, of gaan ze als zzp’er verder, omdat ze dan meer autonomie ervaren en beter hun bezieling kwijt kunnen.

Vanwege hun intrinsieke motivatie tot weldoen staan overheidsfinanciën of de hoogte van de zorgpremie doorgaans niet als eerste op het netvlies van zorgverleners. In de spreekkamer gaat het immers om het belang van de patiënt. Dat op de achtergrond van de spreekkamer ook de regels van de ‘harde’ economie gelden verdwijnt in het zicht van het lijden van een individuele patiënt al snel naar de achtergrond.   

Omdat in de zorg gewerkt wordt aan een hoger moreel doel is een ziekenhuis ook een ander gebouw dan een willekeurig bedrijfsgebouw. Het is een plek waar mensen geboren worden en doodgaan. Een plek waar mensen op hun kwetsbaarst zijn. Waar mensen naakt zijn in het bijzijn van vreemden. Waar de normale werkdag van de een de uitzonderlijke ervaring van de ander is. Waar coassistenten hun eerste onzekere stappen doen, hun zakken nog vol met dingen die ze later niet meer nodig blijken te hebben.

Een ziekenhuis is, net als een gebedshuis, een plek waar mensen op kruispunten van hun leven staan, waar herinneringen ontstaan en morele waarden worden gerealiseerd. Een waardenvolle plek. En daarom doet het zo’n pijn om een ziekenhuis te sluiten.

Dat wil niet zeggen dat ziekenhuizen niet zouden mogen verdwijnen. Ook in die zin zijn ziekenhuizen als gebedshuizen: als er geen behoefte meer aan is, hoeven ze niet koste wat kost te blijven. Om de zorg op lange termijn toegankelijk en betaalbaar te houden is ‘harde’ economie ook net zo hard nodig als de ‘zachte’ waardes die zorgverleners dagelijks proberen te realiseren. Maar laten we ons wel realiseren dat de zorg een plek is waar de harde waardes van de economie en de zachte waardes van patiënten en zorgverleners met elkaar kunnen botsen. En laten we daarom de deuren van een ziekenhuis altijd zachtjes en met respect dicht doen.

 

Stuur Gert van Dijk een reactie: