Recente updates:
‘Op de poli moet ik soms uren achter elkaar empathisch zijn. Dat kan ik niet. Vaak doe ik dan maar alsof,’ verzuchtte een mismoedige aios onlangs tegen me. Empathie – het zich kunnen inleven in de ander - is in de zorg een groot goed. De kwaliteit van de zorg is daar ook bij gebaat. Patiënten die zich niet op hun gemak voelen zullen de arts niet snel in vertrouwen nemen en zijn ook minder geneigd diens adviezen op te volgen. Terecht dus dat in de opleiding tegenwoordig veel aandacht is voor empathie en communicatieve vaardigheden. Maar empathie tonen is niet eenvoudig. Hoe erg is doen alsof?
Patiënten die in Nederland zijn uitbehandeld, kunnen soms in het buitenland nog alternatieve of experimentele behandelingen ondergaan. Steeds vaker zoeken ze hun toevlucht tot crowdfunding om die onverzekerde behandelingen te kunnen bekostigen. Het redt soms levens, maar er is ook kritiek.
Postmortale orgaandonoren zijn schaars. Dat komt ook omdat mensen niet vaak op de ‘juiste’ manier overlijden: aan de beademing, op de IC. In Nederland zijn orgaandonoren vooral mensen met traumatisch schedelhersenletsel, bijvoorbeeld na een verkeersongeluk. En mensen die een hersenbloeding of -infarct doorgemaakt hebben. In de VS is daar de afgelopen jaren een nieuwe categorie donoren bij gekomen: drugsdoden. Zo komt uit een treurige epidemie van drugsverslaving toch nog iets positiefs.
Het RIVM organiseert het bevolkingsonderzoek darmkanker en verzorgt ook de voorlichting. Deze dubbelrol wringt. De informatievoorziening lijkt vooral bedoeld om deelname te maximaliseren, niet om objectief te informeren. Belangrijke kanttekeningen worden niet vermeld.Omdat cijfers selectief worden gebruikt, belangrijke gegevens niet worden vermeld en er geen vergelijking wordt gemaakt tussen wel of niet deelnemen, menen wij dat de folder over darmkankerscreening onevenwichtig is en daarmee niet voldoet aan het eigen kwaliteitskader van het RIVM en aan de eisen die de WHO stelt aan informed consent.
Betekent het recht op autonomie dat je alles moet doen wat iemand wil? Die vraag is van belang, want in de zorg, in de spreekkamer en in maatschappelijke debatten wordt veel geschermd met het recht op autonomie. Autonomie betekent dat mensen hun leven naar eigen inzicht mogen inrichten, maar niet dat anderen ieder levensproject mogelijk moeten maken. Niet iedere onvervulde wens is een schending van het recht op autonomie.
‘Met de rollator naar de kinderopvang’. Eén van de kenmerkende reacties toen onlangs besloten werd om de leeftijdsgrens voor IVF met donoreicellen te verhogen van 45 naar 50 jaar. Discussies over IVF roepen vaak dit soort emotionele reacties op. Voortplantingsgeneeskunde is dan ook een bijzondere vorm van geneeskunde, omdat er altijd het belang van een ander dan de patiënt meespeelt: het toekomstige kind. Maar waarom is er eigenlijk een leeftijdsgrens voor behandeling met donoreicellen? Op de chtergrond spelen daarbij allerlei opvattingen over moederschap mee.
De geruchten gaan al langer, maar worden steeds concreter: er zijn voorbereidingen om een hoofdtransplantatie uit te voeren. Maar is dat nog geneeskunde, of een verkapte vorm van euthanasie?
Onlangs deed de Rotterdamse wethouder De Jonge het voorstel om ónmachtige'vrouwen verplichte anticonceptie voor te schrijven. Ik ben het daar om verschillende redenen niet mee eens.
Binnenkort krijgen alle zwangere vrouwen er mee te maken: de NIP-test. Deze prenatale test maakt het mogelijk om eerder en veiliger vast te stellen of een foetus een bepaalde afwijking heeft, zoals het syndroom van Down. Dat lijkt vooruitgang, maar sommigen vrezen dat dit leidt tot steeds minder acceptatie van mensen met het downsyndroom. Ik denk van niet.
Met de NIPT-test wordt het nog gemakkelijker om erachter te komen of je aanstaande kind het Syndroom van Down heeft. Maar moet je dat wel willen? RTL Late Night besteedde aandacht dit onderwerp.