Recente updates:
Een professionele houding betekent fysieke distantie, dat weet elke zorgverlener. Maar waar ligt de grens precies? Mag ‘niet meer dan een handdruk’, of is een aai ook geoorloofd? Een recente uitspraak van de inspectie zorgt voor verwarring en verontwaardiging.
Live uitgezonden operaties zijn populair op congressen, in het theater en op tv. Maar is het wel zo’n goed idee? De meningen zijn verdeeld. Persoonlijk ben ik er geen voorstander van, omdat het live aspect geen meerwaarde heeft boven vooraf opgenomen operaties. Live uitgezonden operaties zijn natuurlijk wel spannender, maar het patientenbelang mag hieraan niet ondergeschikt worden gemaakt.
Bestaat er zoiets als een recht op euthanasie? Wat artsen betreft niet. Maar veel patiënten en hun familie denken daar anders over. Dat blijkt uit onderzoek van NRC in samenwerking met artsenfederatie KNMG. De wensen van patiënten botsen steeds vaker met de houding van artsen, die zich niet verplicht willen voelen om aan euthanasie mee te werken. Gert van Dijk, ethicus bij KNMG en ErasmusMC, legt uit wat er aan de hand is. Hij legt uit waarom euthanasie geen recht van de patient is: de arts kan dan geen nee meer zeggen en heeft geen ruimte meer om een eigen afweging te maken.
In de samenleving speelt zich al decennia een discussie af over de ‘laatstewilpil’, vroeger ook wel de ‘Pil van Drion’ genoemd: middelen waarmee oude mensen die hun leven ‘voltooid’ achten een einde aan hun leven zouden kunnen maken. Dat zou het zelfbeschikkingsrecht kunnen versterken en artsen kunnen ontlasten. Maar hoe voorkom je dat mensen dergelijke middelen in een opwelling gebruiken, of de middelen aan anderen geven? Dat is het dillema van de laatstewilpil.
Zeg ‘orgaandonatie’ en mensen denken waarschijnlijk aan ‘traditionele’ donaties als die van hart, levers en nieren. Maar de afgelopen jaren zijn geheel nieuwe, vaak spectaculaire vormen van transplantaties ontstaan. Denk aan gezichtstransplantaties, maar recentelijk zijn ook transplantaties van een penis, handen en baarmoeders uitgevoerd. Deze nieuwe vormen zijn doorgaans niet gericht op het redden van levens, maar op het verbeteren van de kwaliteit daarvan. Daarmee rijzen heel nieuwe ethische vragen op.
Vaak wordt gezegd dat jongens- en meisjesbesnijdenis 'heel verschillend' zijn en niet met elkaar vergeleken kunnen worden. Op 10 december 2015 hield ik een presentatie waarin ik liet zien dat er grote overeenkomsten bestaan tussen meisjes- en jongensbesnijdenis. Zo kunnen beide medische, seksuele en psychologische problemen veroorzaken en worden ze beide om culturele en religieuze redenen uitgevoerd. Ook de motivatie en achtergrond lijkt vaak heel erg op elkaar. Opvallend is echter dat alle vormen van meisjesbesnijdenis zijn verboden - ook de symbolische, niet-schadelijke vormen - maar dat jongensbesnijdenis in alle vormen is toegestaan. Beide praktijken worden ook in verschillende termen beoordeeld: meisjesbesnijdenis in termen van rechten, jongensbesnijdenis in termen van schadelijkheid.
De NVVE wil dat euthanasie een gewone medische handeling wordt. Artsen zouden zich in hun oordeel over een euthanasie-aanvraag dan niet hoeven laten leiden door angst voor strafbaarstelling. Maar laten artsen zich daar wel door leiden? En is het feit dat euthanasie een niet gewone medische handeling is, niet ook een bescherming voor patienten tegen al te enthousiaste dokters? Een discussie tussen Robert Schurink van de NVVE en Gert van Dijk, ethicus van de KNMG. Van Dijk stelt dat euthanasie geen normaal medisch handelen is, geen plicht van de arts kan zijn, en dus ook niet het Strafrect gehaald kan worden.
Transgenders willen dat alle borstconstructies en ook gezichtsontharing, erectieprothesen en gelaatscorrecties worden vergoed door zorgverzekeraars om hun geslachtsverandering te kunnen voltooien en een einde te maken aan het psychisch lijden in een verkeerd lichaam te zijn geboren.
Naar mijn mening kan er echter geen onderscheid gemaakt worden tussen transgenders en vrouwen/mannen die met dezelfde klachten kampen, maar geen transgender zijn. Er zijn geen redenen de ene groep anders te behandelen dan de andere.
Op 31 oktober 2015 verscheen een interview met mij in het NRC, in de rubriek 'Levenslessen'. Ik vertel daarin over mijn achtergrond, dilemma's en uitdagingen. Het interview werd gehouden door Brenda van Osch, die oa auteur is van het Onvoltooide Kind, waarin zij vertelt over haar prematuur geboren dochter, die ernstig gehandicapt bleek. Het was een bijzonder gesprek.
Tijdens een symposium in het Spaarne ziekenhuis in Haarlem hield ik op 29 oktober 2015 een presentatie over passende zorg in de laatste levensfase: 'Niet alles wat kan, hoeft'. Ik beschrijf de mechanismes die ervoor kunnen zorgen dat mensen in de laatste levensfase niet altijd passende zorg krijgen. En wat valt eraan te doen?